Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en [9][als] een nachtwaak. 8. Hij wil zeggen: Ofschoon iemand duizend jaar leefde, zo moet hij toch sterven, en Gij neemt hem het leven zo licht alsof hij maar een dag of een week geleefd had, 2 Petr.3:8. Anders, maar duizend jaren, enz, ziende op vs.2. om uit te drukken het onderscheid dat er is tussen den sterfelijken mens en den eeuwigdurenden God. 9. Hebr. [als] de wacht in den nacht; dat is, een vierde part van een nacht, want de nacht placht in vier waken gedeeld te worden. Zie Mark.13:35, en Joh.11;9.